Een professionele handleiding voor het bewerken van houtsoorten in huis met een transparante afwerking.
Als je hout in huis op de juiste manier bewerkt, kun je de natuurlijke schoonheid van het product volledig tot zijn recht laten komen en tegelijkertijd jarenlange bescherming bieden. Maar voor die juiste afwerking is eerst wat denkwerk en planning nodig. Twee dingen moet je hierbij goed in de gaten houden: de kwaliteit van je hout en de kwaliteit van je schuurpapier. Classificering van schuurpapier gaat volgens korrelgrootte (de korrel is het schurende deeltje op het papier). Als regel geldt dat schuurpapier met korrel 60-80 grof is,
korrelgrootte 100-150 medium is en 180-320 fijn schuurpapier is. Gebruik voor interieurhout alleen medium of fijn schuurpapier om beschadigingen door schuren te voorkomen. Lees verder voor advies over de afwerking van de vijf meest gebruikte houtsoorten in huis.
Teak (hardhout)
Teak is tropisch hardhout en bevat veel natuurlijke oliën. Het is daardoor stevig en waterbestendig. Om de natuurlijke kleur van teak te behouden, maak je het hout eerst schoon met een niet te agressief schoonmaakmiddel [Alabastine verfreiniger]. Door de natuurlijke oliën heeft het hout een fijne structuur. Verwijder met een schuurspons al het vuil uit de nerven en laat het drogen. Gebruik een schuurblok en fijn schuurpapier (P150-180) en schuur het hout op met soepele, gelijkmatige bewegingen. Veeg na het schuren met een zachte borstel al het houtgruis weg en breng vervolgens een transparante beitslaag aan.
Grenen (zachthout)
Grenenhout is zachthout met veel knoesten. Dit zijn twee eigenschappen waar je bij de afwerking rekening mee moet houden, omdat het hout hierdoor meer beits opneemt. Schuur altijd met een blok, omdat je door de druk van je vingers of met de schuurmachine een oneven oppervlak creëert. Gebruik medium tot fijn schuurpapier, en vervang het met enige regelmaat, omdat schuurpapier snel slijt door grenenhout. Gebruik je een beits op waterbasis? Maak het oppervlak dan vochtig zodat de houtvezels wat omhoog gaan staan, als je deze dan wegschuurt, dan krijg je een gladdere afwerking. Laat het hout goed drogen en breng dan de beitslaag aan.
Mahonie (hardhout)
Mahonie is tropisch hardhout en staat bekend om zijn consistente kleuren en prachtige houtnerven. Het hout heeft zogenaamde ‘open nerven´ (ook wel poreuze ring genoemd). Je kunt deze als je wilt opvullen waardoor je een nog gladder resultaat behaalt. Ook een extra laag beits kan bijdragen aan een betere afwerking. Vaak wordt gedacht dat mahoniehout dieprood van kleur is, maar die kleur krijgt het door bewerking met beits. De natuurlijke kleur om mahoniehout mee af te werken is roze-bruin.
Walnoot (hardhout)
Dit hardhout heeft een rechte nerfstructuur en varieert in kleur van donkerbruin tot geel. Met een heldere afwerking benadruk je de natuurlijke schoonheid van het hout. Schuur walnoot met een blok of de hand en gebruik medium tot fijn schuurpapier. Veeg het schuursel weg, en schuur nogmaals op, nu met fijn schuurpapier. Maak schoon met een vochtige doek om de structuur te verbeteren, en schuur voor een laatste maal lichtjes op.
Walnoot is hardhout en je kunt daarom met een houtvuller [Alabastine Houtvuller] de nerfstructuur egaliseren, voordat je het voor de laatste maal licht opschuurt. Breng daarna de beits aan.